maandag 15 september 2008

Cowgirl

Wanneer ik me op een zaterdagmiddag door de drukke mensenmassa in de plaatselijke winkelstraat worstel, overvalt mij niet zelden het gevoel dat ik een miertje ben in een enorme kolonie, krioelend door een van de vele steden in een grote wereld, in een nog groter universum. Een deprimerend gevoel, want niemand wil zo nietig zijn dat zijn of haar bestaan er niet toe doet. Te midden van al die mensen, allemaal sjouwend met dezelfde plastic tasjes van dezelfde winkels, zie je dan ineens een man die met een geitje door de straat wandelt, of een meisje dat luidkeels de komst van een buitenaardse Messias staat te verkondigen op de rand van een fontein – mensen die je uit je sombere gedachten rukken en je doen beseffen dat individualiteit en originaliteit wel degelijk nog bestaan.

Wat mij betreft kunnen er niet genoeg van dat soort figuren zijn; ze geven het leven kleur, fleuren grijze massa’s op. Maar in wezen schuilt er natuurlijk in iedereen een kleine freak. We hebben allemaal onze gekkigheden. De kantoormuts die in Gambia op zoek gaat naar een donkere seksgod, de wiskundeleraar die droomt van een carrière als bariton, de bankdirecteur die gepassioneerd Surprise Ei-verassingen spaart en de buurman die soms liever de buurvrouw zou zijn, allen willen ze de dagelijkse sleur doorbreken. Zo simpel is het.

Achter mijn masker van kalme zelfverzekerdheid, schuilen ook wel wat van die eigenaardigheden. Ik stel ze niet gauw tentoon, maar ik realiseer me dat als we ons allemaal blijven verschuilen achter onze maatschappelijk wenselijke rollen, die grijze zaterdagmiddagmassa nooit doorbroken wordt. Daarom pleit ik ervoor dat we allemaal onze verborgen talenten, dromen en eigenaardigheden wat meer etaleren. Let wel: ik bedoel niet dat we met z’n allen gelijk al onze geheimen prijs moeten geven! Er moet genoeg te raden overblijven, we moeten een beetje spannend blijven voor elkaar. Maar een beetje meer gekkigheid in het leven kan geen kwaad.

Als pleitbezorger voor een meer kleurrijke wereld, ga ik binnenkort op zoek naar een heuse cowboyhoed en een paar bijpassende laarzen. Dit is namelijk één van mijn verborgen kantjes; in mij schuilt een heuse cowgirl, wachtend om naar buiten te komen. Wanneer ik Dolly Partons snerpende snik op de radio hoor, word ik spontaan vrolijk en wanneer ik een Amerikaan tegenkom met een dik, zuidelijk accent, klets ik gemoedelijk mee met een even dik accent. Ik geloof oprecht dat ik heel goed de schapen bij elkaar zou kunnen drijven op een paard met een stel honden, en bij tijd en wijlen droom ik van een ranch met een veranda en een schommelstoel. Het zal er niet van komen in dit leven, dat ik cowgirl word. Dat geeft ook niet. Maar zou het niet leuk zijn om me een beetje cowgirl te kunnen voelen als ik mijn hoed opzet en met Dolly meesnik?

Als ik binnenkort op zaterdag de stad in wandel met mijn boots en mijn hoed, hoop ik een zingende wiskundeleraar tegen te komen, de buurman als buurvrouw, of een kantoormuts met een exotische man aan haar arm!


1 opmerking:

Onno zei

Ehm... betekent dat ook dat onze auto plaats moet maken voor een paard?

Ik denk dat de retourtjes Frankrijk-Nederland wat langer gaan duren, maar romantisch is het wel!