donderdag 26 oktober 2006

Dozen


Dozen, dozen en nog eens dozen. In mijn nieuwe huis staat het vol met dozen. Vreemd genoeg had ik me van tevoren niet echt bedacht dat ik zoveel dozen uit zou moeten pakken. Goddank hebben we een garage waar ik alle wat-ermee-aan-te-vangen-spullen kwijt kan. Die garage is wel 72 treden naar beneden (mijn arme vader heeft ze geteld toen hij bij een vorig bezoek met koelkasten en wasmachines liep te sjouwen) en dus ook elke keer weer omhoog. Het maakt mij niet uit: ideale manier om af te vallen zonder naar de sportschool te hoeven! Het is mooi weer in onze nieuwe stad, de zon schijnt en tegen de strakblauwe lucht tekenen de omringende bergen prachtig af. Alles wat open kan in huis staat open. Ik heb geen tijd om buiten van de veel te warme herfst te genieten. Mijn dwangmatige aard gebiedt me dozen uit te pakken en de spullen gelijk een definitieve plek te geven. Met nadruk op ‘definitief’, want dat schept orde en orde schept rust. Maar deze opgave vereist het nodige denkwerk en dat - gepaard met mijn vele loopjes naar de garage - maakt dat ik niet heel hard opschiet. Vooral de laatste dozen.. die met de onbestendige rommelspulletjes... dat is echt wel iets anders dan ‘doos boek’ of ‘doos badkamer’. Wat te doen met al die souvenirtjes, alle prullaria die de grote weggooi-keuring in Nederland overleefd hebben? Naarmate ik verder in mijn klus vorder, wordt het steeds lastiger, de befaamde (doch ernstig clichématige) laatste loodjes.

Bij het opstaan vanmorgen leken de beeldjes, fotolijstjes, losse stekkertjes, oude - maar nog lege en dus goed te gebruiken - schriftjes en de ontelbare gebruiksaanwijzingen echter een zo’n onoverkomelijk groot probleem dat ik besloot het maar eens over een andere boeg te gooien. Het was nog steeds mooi weer. Maar hoe lang zou dat nog duren, het is immers bijna november! Een goed argument om de extra grote zitkussens erbij te pakken en het ontbijtje eens op het balkon te nuttigen! Ik installeerde me met mijn bakje flakes in het zonnetje en vergat op slag de laatste onuitgepakte dozen. Als Nederlander kun je gewoon niet anders dan elke keer weer onder de indruk zijn van die reusachtige bergen. En dan ons eigen straatje.. allemaal lage huizen met grote tuinen waar nu nog volop mensen aan de slag zijn met harken, schoffels en wat nog meer. Een grote poezenbevolking is een ander fijn punt van vermaak voor een meid op haar balkonnetje op de derde verdieping. Ik heb mijn ontbijt gerekt tot de lunch en de lunch tot de borrel... Soms moet je de dozen gewoon de dozen laten.

zondag 22 oktober 2006

Adieu

Een kus voor de papa, een kus voor de mama. Mijn blik zoekt de hond die tot voor kort niet bij me weg te slaan was. Ik loop om de volgepakte auto heen en daar zit ze, gelukkig! Met mijn armen wijd zak ik door mijn kniën om me zoals altijd te laven aan haar trouwe hondenliefde. Maar daar wil ze nu niets van weten. Met haar grote zwarte lichaam stiefelt ze gepikeerd naar de andere kant van de oprit. Dit zal me toch niet gebeuren? Ik vertrek niet naar Frankrijk zonder afscheid van de hond te nemen! Ik loop naar haar toe en onder de dwingende aanmoediging van mijn ouders laat ze zich met flinke tegenzin knuffelen. Ik kwel haar en mezelf niet lang en besluit: nu of nooit. Ik trek het portier van de auto achter me dicht en de volgende ontstemde huisdieren melden zich met luid gejengel en geblaas. Vriend-lief heeft de reismanden van onze katers vakkundig tusssen onze spullen ingebouwd, zo dat de katten over onze schouders naar buiten kunnen kijken. Ze lijken niet onder de indruk van hun logement. Integendeel: het geluid dat ze produceren geeft duidelijk aan dat ze onze rit van elf uur naar De Hoofdstad van de Alpen niet als plezierreisje zien. ‘Jullie kunnen janken wat jullie willen, maar we gaan’ denk ik en ik ben zelf eigenlijk verbaasd om deze daadkrachtige gedachte. Raampjes open en zwaaien maar. Terwijl we de straat uitrijden wacht ik op de tranen. We draaien de hoek om en weg zijn mijn zwaaiende ouders. Ik wacht nog steeds op de tranen. Elf uur later rijden we de straat van ons appartement in Frankrijk binnen. We zijn er en ik heb niet gehuild. De katten zijn inmiddels uitgeput na uren van mauwen, blazen, krabbelen en slopen en laten zich gedwee meevoeren naar hun nieuwe huis. Vriend-lief is al lang blij dat hij het hele spulletje zonder ongelukken naar Frankrijk heeft kunnen krijgen en zo lijkt het erop dat we de grote stap genomen hebben, écht genomen hebben. Vanaf nu wonen we in Frankrijk, mijn mannen en ik.