vrijdag 5 september 2008

Anne en Ed


Ik ga geregeld langs bij Ed. Ed, in goed Frans Uh Dee genoemd (ik hou het zelf liever bij Ed), is een supermarkt. Zoiets als de Aldi, maar dan beter. Geen stapels dozen waar je in moet duiken om je sladressing te zoeken, geen vage merken uit landen waar je nog nooit van gehoord hebt, maar wel een fijn goedkoop huismerk en de ‘echte’ merken voor schappelijke prijsjes. Dat op zich is al reden genoeg om naar Ed te gaan, maar dat is niet de enige reden. Naar Ed ga je niet alleen voor je boodschappen; naar Ed ga je voor de beleving. Elke keer maak ik wel wat mee bij Ed.

Om te beginnen is er het terugkerende ritueel van het regelen van een karretje. Die willen bij Ed nooit los. Het lijkt wel alsof de aan elkaar vastgeketende karren nooit zin hebben om uit rijden te gaan. Ik heb zelfs wel eens mijn Eurootje staan oppoetsen, in de hoop dat dit het karretje zou overtuigen zijn broertje los te laten. Tevergeefs, uiteraard. En dus wandel ik geregeld naar binnen om de bewaker (elke Franse winkel heeft een bewaker) te vragen of hij een karretje los wil trekken voor me. Dat doen ze altijd wel. De laatste keer leverde me dat een karretje op, waar de helft van het andere karretje nog aan zat. Met grote ogen keek ik de gorilla aan die dit op z’n geweten had, maar hij scheen het niet abnormaal te vinden en daar ging ik dus. Met anderhalve kar, door de winkel. I kid you not!

Daarnaast heb ik ook altijd aanspraak bij Ed. Geregeld wordt mij door de wat oudere shoppers gevraagd of ik ze kan vertellen wat voor product ze precies gepakt hebben, wat het kost en wat de houdbaarheidsdatum is. Altijd gezellig om je even met een oudje over de producten van Ed te buigen. Het levert me zelden problemen op. Behalve dan als ze met producten als cacahouètes aan komen zetten. Ik kan ze heus wel vertellen dat het pinda’s zijn, maar potverdomme, wie kan zo’n woord nou fatsoenlijk uitspreken?

Enfin, menselijk contact genoeg bij Ed. Maar ook op de parkeerplaats voor Ed valt het een en ander te beleven. Toiletteren mocht daar tot voor kort gewoon in de buitenlucht en de glasbak in de hoek wordt meer als obstakel gebruikt waartegen je je glas kapot gooit en waarnaast je dus nooit je auto moet parkeren. Hoogtepunt van de Ed-beleving kwam toen ik een aantal weken geleden het terrein op kwam rijden en er een heuse uitgefikte auto stond. Again, I kid you not!

Analfabeten, wildplassers en pyromanen. Ik realiseer me dat het niet bepaald aantrekkelijk klinkt, maar Ed is een verademing naast de grote, dure en onpersoonlijke supers. En de mensen zijn veel aardiger. Gisteren sprak ik bij de kassa van zo’n gigant een man die een wekker kocht. Zo’n mechanische, met twee bellen bovenop. Dertien Euro koste het ding en zuchtend vertelde de man dat hij het veel te duur vond, maar dat hij hem hard nodig had om ’s morgens op tijd op te kunnen staan. Een betoog over de gestegen prijzen en zijn daarom aangepaste voedingspatroon volgde.

Ik had hem de Ed aan moeten raden, bedacht ik me, toen ik weer in mijn autootje zat, onderweg naar huis. Negatieve invloed van de Euro of niet, feit is dat het leven duur is geworden. We moeten dus allemaal naar Ed. Hardstikke gezellig! En terwijl ik met brandend benzinelampje de pomp voorbij reed bad ik tot de god van commercie of hij binnenkort met een Ed-benzinepomp op de proppen zou willen komen.

Geen opmerkingen: