dinsdag 2 januari 2007

De Kerstmarkt van Frank Masmeijer


Kerstmis in Frankrijk is anders dan thuis. Intens, maar kort. De familiegezinde Fransen moeten het doen met één kerstdag en rennen zich derhalve kapot om elkaar allemaal te kunnen zien. Dachten wij in Nederland dat het een drama was om eigen familie, schoonfamilie, opa’s en oma’s in twee dagen allemaal op te zoeken. Vergeet het maar! In Frankrijk is het pas écht een uitputtingsslag. Dit jaar viel de dag gunstig; kerst op maandag betekende dat het weekend erbij getrokken kon worden en dus konden er nóg meer familiebezoekjes afgelegd worden. Wat een geluk!

Om te compenseren voor deze jaarlijkse 24-uurs race nemen de Fransen een lange aanloop. En zo kon het gebeuren dat vriendje en ik al aan het begin van december geconfronteerd werden met kerstmis, terwijl wij, als echte Nederlanders, nog met ons hoofd bij het komende Sinterklaasfeest zaten. Op weg naar de grote supermarché in een buitenwijk van de stad, fietsten wij bijna letterlijk tegen een kerstmarktje aan. Op onze vaste route naar de super ligt een soort pleintje - eigenlijk is het een opgeleukte parkeerplaats - tussen een paar flatgebouwen. Hier stonden nu ineens allemaal witte punttenten, met de rug naar ons toe. We keken elkaar aan en konden het ons haast niet voorstellen, maar jawel hoor! De eerste kerstdeuntjes klonken vanuit het tentenkampement. Gelijk gooiden we het principe ‘Sinterklaas eerst’ overboord - dat mag best als je in Frankrijk woont - en de fietsen aan de kant. Terwijl we het kerstterreintje opliepen en de prachtige zelfgemaakte kaartjes, kettingen en fruitschalen bekeken hoorden we een mannenstem de koopwaar van de verschillende kraampjes aanprijzen en ons werd op het hart gedrukt toch ook eens een bezoekje te brengen aan de interculturele tent. Alvorens we aan dat avontuur begonnen viel mijn oog op de plek waar de kerstdeuntjes geproduceerd werden. Onder een grote, open tent vóór het podium aan de zijkant stond een tenger mannetje met een grote zwarte snor achter een synthesizer op pootjes. Typisch zo’n man waarvan je denkt ‘die zou het goed doen in een Man Bijt Hond portret!’ Jammer dat ik mijn camera niet bij me had. In de interculturele tent was het ook genieten: taferelen van bekenden en familieleden van allerlei nationaliteiten die elkaar begroeten bij ‘hun’ kraam en al kwetterend de nationale delicatessen verorberden die een aantal dames van hun vereniging ongetwijfeld met veel zorg bereid hadden en nu trachtten te verkopen om zo wat te verdienen voor de jaarlijkse Italiaanse reünie, het halfjaarlijkse Oekraïense feest of voor een hoger doel als het steunen van de Palestijnse zaak of een Ethiopisch weeshuis. Bij de Russische kraam vingen de eeuwig leuke Matrushka’s mijn aandacht. Op het bordje ernaast stond echter ‘Babushka’s 8 Euro’. Sinds mijn bezoek aan Rusland een aantal jaren geleden dacht ik toch te weten dat echte Russen spreken van Matrushka’s’ en dat het vooral de buitenlandse toeristen zijn die spreken van ‘Babushka’s’. Ik keek naar de twee dames die zwijgzaam toastjes met zalm aan het beleggen waren en besloot na kort inwendig overleg dat ik het niet durfde te vragen.

Zo langzamerhand begon het tijd te worden de markt te verlaten en ons te storten op de wekelijkse boodschappen. We liepen terug richting onze fiets en kwamen de stem tegen die met zijn draadloze microfoon nog steeds druk verslag aan het doen was van wat er zoal gebeurde op de markt. Een soort Frank Masmeijer-type met een goedkope smoking en een glimlach op zijn gezicht waarvan je had kunnen zeggen dat het een tandpastalach was, als zijn tanden wat witter waren geweest. Ik keek om me heen en bedacht me dat hij zijn boodschap toch iets luider moest gaan verkondigen, want de animo voor deze markt was vooralsnog beperkt. En dat terwijl het toch echt zo’n markt was die je gezien moet hebben!

Geen opmerkingen: