maandag 19 mei 2008

Je hebt het niet altijd voor het Kiezen...



Stel je voor een klein, rond mannetje, met een lange witte jas. Hij ziet eruit als een wat verdwaasde professor van pensioensgerechtigde leeftijd. Onder z'n witte jas, die wat naar voren hangt door z'n dikke buik, piepen twee zwarte instappers - van het soort dat mijn opa altijd droeg - tevoorschijn. Deze man is mijn nieuwe tandarts. Gedwongen door een kies die in tweeën was gebroken kwam ik zaterdagmorgen bij hem terecht. In Nederland had ik na jarenlang onder een slechte tandarts geleden te hebben, eindelijk de overstap gewaagd naar een goede tandarts. En toen verhuisden we naar Frankrijk. Ik nam me voor: eerst goed uitzoeken welke tandarts capabel is, voordat ik me in zijn stoel hijs. Aan mijn mond geen polonaise! Maar het lot besliste anders: mijn kies brak, voordat we een goede tandarts hadden kunnen zoeken, in het weekend. En dan is het een kwestie van welke tandarts jou wil hebben en niet andersom. Een nachtmerrie als je zo bang bent voor de tandarts als ik.

Om kwart over elf meldde ik me, met knikkende knieën bij zijn praktijk. Ik belde aan en de beste man deed zelf open. 'Oh mijn God! Kan hij geen assistente betalen!' schoot het door mijn hoofd. We werden de wachtkamer ingebonjourd (mijn lief was mee om als vertaler op te treden, omdat mijn tandheelkundige woordenschat in het Frans zicht beperkt tot kroon, tand, trekken en verdoving), alwaar ik kritisch de ruimte bestudeerde. Vergane glorie, was mijn oordeel. De stoelen zijn vast ooit kostbaar design geweest, nu zijn ze vooral oranje. Het Perzisch tapijt op de vloer is duidelijk nep en het boeket op tafel getuigde van weinig smaak (zonnebloemen en zalmkleurige lelies? Kom op zeg!). Mais bon, wat zegt het interieur nou helemaal over de vakkundigheid van de man, hield ik mij voor.

Toen ik uiteindelijk aan de beurt was en zijn behandelkamer betrad, raakte ik eerst even in de war. De deur zwaaide open en ik zag een groot bureau met twee fauteuils ervoor. Het zag eruit als een kantoor uit Dynastie (maar dan ook echt uit de tijd van Dynastie) en ik vroeg me af waar de behandelstoel was. Gelukkig bleek die er wel te zijn. Rechts van het kantoorgedeelte van de kamer was een soort behandelhoekje. Nogal sobertjes, maar dat is niet erg: weinig enge apparaten om je bang te maken.

En toen, het oordeel. Ik hoopte op een pijnloze oplossing, maar helaas: ik moet een kroon. Dat betekent drie afspraken (oh hel!) waarbij eerst gesloopt wordt wat nog in tact is om dat vervolgens weer nep op te bouwen. Vanmiddag gaat de verstrooide professor mijn kies helemaal uitboren. Wie zegt me dat hij capabel is? De inrichting van z'n praktijk stemt me niet optimistisch. Het ontbreken van een assistente nog minder: moet ik straks zelf de zuiger vasthouden ofzo?!? Maar de man is op leeftijd; ik hoop dat dat betekent dat hij door jarenlange ervaring enorm kundig is. En één ding scheelt: pijnstillers zijn een gewoongoed in Frankrijk. Dus als het een pijnlijk verhaal wordt, laat ik me, als een heuse Française, wegzakken in een roes van medicijnen.

Wordt wellicht vervolgd (wellicht niet).

Geen opmerkingen: