Sinds wij in Grenoble wonen heb ik allerlei mensen aan de deur gehad. Van louche schoorsteenvegers, tot boekenverkopers, tot Jehova's getuigen. Toen ik van de week wat gerommel aan de deur hoorde, had ik dan ook geen haast om open te doen. Het vroege tijdstip op de dag sloot bezoek van vrienden uit, dus zou het waarschijnlijk wel weer iemand zijn die een kalender wilde verkopen of me een lidmaatschap van de plaatselijke buitenlandersvereniging aan wilde smeren. Ik was er ook niet helemaal zeker van of er ook echt bij ons aan de deur geklopt was. Het kon toch ook bij de buren zijn? Het feit dat ik nog blijmoedig in mijn kimono rondliep gaf de doorslag; áls er al geklopt was, dan was het niet bij mij aan de deur.
Verkeerd gedacht. Voor de tweede keer geroffel. Het was een onmiskenbare klop op de deur. Eén blik op mijn kater die met gespitste oren en grote ogen naar de voordeur staarde en het was overduidelijk. Het was onze deur waarop geroffeld werd. Getverdemme, dat betekende opendoen in mijn kimono (voor de duidelijkheid, daar zat geen pyjama onder) en met ontploft slaap-haar. Ik raapte mijn moed bij elkaar en deed open. Het eerste wat ik zag was het postpakketje dat me voorgehouden werd; gelukkig, het was gewoon de postbode. Mijn opluchting verdween echter als sneeuw voor de zon toen mijn ogen van het pakketje naar de postbode zelf gleden. Het was niet zo maar een postbode.. Het was een knappe vent-postbode! Slik! Daar stond ik dan, mezelf erg bewust van mijn semi-naaktheid. De leukerd maakte het nog erger door mij glimlachend van top tot teen op te nemen en me toen nonchalant het apparaatje aan te geven waarop ik een krabbel moest plaatsen.
Daar stond ik; in de ene hand het pakketje, in de andere het apparaatje om te tekenen. Help! Stuntelend draaide ik me om en rekte mijn arm uit om het pakketje op het kastje in de gang te kunnen planten, daarbij hopend dat mijn kimono goed zou blijven zitten en ik niet een décolleté van hier tot overmorgen had gecreëerd. Een snelle blik op mezelf; het leek in orde te zijn. Okay, omdraaien, tekenen en dicht die deur! Ik probeerde een fatsoenlijke krabbel te plaatsen, maar dat is nagenoeg onmogelijk op die elektronische apparaten. Nog meer gestuntel. En voelde ik daar nou echt een blos opkomen? Ergens in de diepten van mijn hersenen groef ik iets op wat leek op een Franse groet, maar ik geloof niet dat wat ik zei ook daadwerkelijk Frans was. De postbode liep, nog steeds glimlachend, weg en wenste mij nog een fijne dag. Stotterend produceerde ik een 'vous aussi' en ik sloot de deur.
Het pakketje bleef in de gang liggen terwijl ik naar de badkamer stiefelde om mezelf eens even goed in de spiegel te bekijken. Gelukkig, de kimono zat keurig op z'n plek. Maar verder? Een typische dertiger die als ze net wakker is gewoon wat werk moet verrichten om er fris en fruitig uit te zien. In deze Desperate Housewives-waardige scène had ik er niet bepaald uitgezien als Eva Longoria. 'Een fijne dag' had hij gezegd. Een fijne dag?! Hoe durft ‘ie! Postbodes (en al helemaal knappe postbodes) horen gewoon niet ’s morgens vroeg aan te kloppen, dat levert genante situaties op! En dus doen we de volgende keer niet meer open, óók niet als hij twee keer klopt!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten