vrijdag 26 september 2008

B-vamp

Eén van mijn (vele) gebreken is mijn voorliefde voor dure dingen. Luxeproducten, welteverstaan – modeartikelen, om precies te zijn. Schoenen, kleding, zonnebrillen (zonnebrillen!!!), tassen... Ik kan geen tijdschrift openslaan zonder jaloers naar de prachtig geklede modellen of sterren te staren, ik kan geen opticien voorbijlopen zonder minutenlang de zonnebrillen van Chanel of Tom Ford te bekijken in de etalage en mijn hebberigheid wordt tegenwoordig stevig aangewakkerd door fashion- en designblogs op het internet. Heel lastig dat je die mooie spulletjes overal tegenkomt, want: mooie spulletjes zijn duur. Het goede nieuws is dan ook dat ik me er niet aan bezondig. Mensen die mij kennen zullen dit hartgrondig beamen, want ik blink niet uit op het gebied van mode. Wie Anne zegt, zegt spijkerbroek. Of gympen, of bodywarmer... Gehinderd door een zeer beperkt budget en een onvermogen om daarmee spetterende outfits samen te stellen, zie ik er altijd wat sportief uit. Als er al een vamp in mij verscholen zit, zal er een heel team aan stylisten aan te pas moeten komen om haar naar buiten te brengen. En oh ja, een geldschieter.

Om toch een beetje vrouwelijker voor de dag te komen, heb ik onlangs mijn Puma’s verruild voor een paar flinke hakken die ik nog in de kast had liggen. Weg met dat sportieve vrouwtje van 1.64 m.; tijd voor de Vrouw met hoofdletter V van 1.74! Daar knap je lekker van op, van een paar hakken! Het is even afzien en vooral de eerste dagen waren je reinste zelfkastijding, maar het begint te wennen. En het leven ziet er mooi uit vanaf deze nieuwe hoogte, dus ik denk dat ik voorlopig gehakt door het leven zal gaan (hoewel dat wel een beetje vreemd klinkt).

Maar zo’n nieuwe liefde voor hoge hakken is natuurlijk vragen om problemen wanneer je een voorliefde hebt voor dure dingen én in het land van monsieur Christian Louboutin woont, de god van de hoge hakken. En jawel hoor, het onvermijdelijke is gebeurd: ik heb het perfecte paar hoge hakken gezien; een mooie slanke hak, fijne stilettohoogte, zacht leer, ritsje op de hiel én een knalrode zool . Een rode zool, in schoenenland betekent dat maar één ding: échte Louboutins. Ja, mijn nieuwe obsessie betreft zwarte enkellaarsjes van Louboutin. Ze hebben zich in mijn hoofd genesteld en fluisteren ‘vamp, vamp, vamp’. Voor een kleine achthonderd Euro zijn ze van mij.

Als ik nou zeker wist dat ik met die achthonderd Euro gegarandeerd tot de vamp-stand verheven zou worden, dan zou ik er voor gaan. Gewoon een half jaar niet eten, de katten op goedkoop kattenvoer zetten en de betaling van gas, licht en water even uitstellen. Waarom niet? Ik zou het zo doen. Maar de realiteit is dat één paar schoenen de vamp niet maken. Géén Louboutins voor Anne dus, maar met een beetje mazzel stap ik binnenkort met een paar goedkope knockoffs door het leven, als B-vamp dan maar.




maandag 15 september 2008

Cowgirl

Wanneer ik me op een zaterdagmiddag door de drukke mensenmassa in de plaatselijke winkelstraat worstel, overvalt mij niet zelden het gevoel dat ik een miertje ben in een enorme kolonie, krioelend door een van de vele steden in een grote wereld, in een nog groter universum. Een deprimerend gevoel, want niemand wil zo nietig zijn dat zijn of haar bestaan er niet toe doet. Te midden van al die mensen, allemaal sjouwend met dezelfde plastic tasjes van dezelfde winkels, zie je dan ineens een man die met een geitje door de straat wandelt, of een meisje dat luidkeels de komst van een buitenaardse Messias staat te verkondigen op de rand van een fontein – mensen die je uit je sombere gedachten rukken en je doen beseffen dat individualiteit en originaliteit wel degelijk nog bestaan.

Wat mij betreft kunnen er niet genoeg van dat soort figuren zijn; ze geven het leven kleur, fleuren grijze massa’s op. Maar in wezen schuilt er natuurlijk in iedereen een kleine freak. We hebben allemaal onze gekkigheden. De kantoormuts die in Gambia op zoek gaat naar een donkere seksgod, de wiskundeleraar die droomt van een carrière als bariton, de bankdirecteur die gepassioneerd Surprise Ei-verassingen spaart en de buurman die soms liever de buurvrouw zou zijn, allen willen ze de dagelijkse sleur doorbreken. Zo simpel is het.

Achter mijn masker van kalme zelfverzekerdheid, schuilen ook wel wat van die eigenaardigheden. Ik stel ze niet gauw tentoon, maar ik realiseer me dat als we ons allemaal blijven verschuilen achter onze maatschappelijk wenselijke rollen, die grijze zaterdagmiddagmassa nooit doorbroken wordt. Daarom pleit ik ervoor dat we allemaal onze verborgen talenten, dromen en eigenaardigheden wat meer etaleren. Let wel: ik bedoel niet dat we met z’n allen gelijk al onze geheimen prijs moeten geven! Er moet genoeg te raden overblijven, we moeten een beetje spannend blijven voor elkaar. Maar een beetje meer gekkigheid in het leven kan geen kwaad.

Als pleitbezorger voor een meer kleurrijke wereld, ga ik binnenkort op zoek naar een heuse cowboyhoed en een paar bijpassende laarzen. Dit is namelijk één van mijn verborgen kantjes; in mij schuilt een heuse cowgirl, wachtend om naar buiten te komen. Wanneer ik Dolly Partons snerpende snik op de radio hoor, word ik spontaan vrolijk en wanneer ik een Amerikaan tegenkom met een dik, zuidelijk accent, klets ik gemoedelijk mee met een even dik accent. Ik geloof oprecht dat ik heel goed de schapen bij elkaar zou kunnen drijven op een paard met een stel honden, en bij tijd en wijlen droom ik van een ranch met een veranda en een schommelstoel. Het zal er niet van komen in dit leven, dat ik cowgirl word. Dat geeft ook niet. Maar zou het niet leuk zijn om me een beetje cowgirl te kunnen voelen als ik mijn hoed opzet en met Dolly meesnik?

Als ik binnenkort op zaterdag de stad in wandel met mijn boots en mijn hoed, hoop ik een zingende wiskundeleraar tegen te komen, de buurman als buurvrouw, of een kantoormuts met een exotische man aan haar arm!


dinsdag 9 september 2008

Soja Sonee


Soms moet je dingen doen die je liever niet zou doen. Het eten van producten waar zelfs je katten hun neus voor ophalen, is zo’n ding. Maar dit is nu precies hoe ver het hier gekomen is sinds ik aan een dieet begonnen ben dat een vermoeidheidsprobleem waar ik al jaren last van heb, moet tackelen. En zo kan het gebeuren dat je ’s morgens bij wijze van ontbijt aan de kamutpops met sojamelk zit. Sojamelk is niet zo lekker -en dat is nog voorzichtig uitgedrukt. Koemelk en suiker zijn twee belangrijke no no’s in dit dieet, dus een simpel bakje cornflakes met melk behoort niet meer tot de mogelijkheden. Dit tot grote frustratie van de katers. Zij keken wel heel vreemd op toen ze van de week na mijn ontbijt in plaats van een bakje melk, een bakje sojamelk uit mochten likken. Na even aan het vreemde goedje geroken te hebben, besloten ze meteen dat dit niet onder het kopje ‘eetbare dingen’ viel. Een harde confrontatie. Dit eten is zo vies, dat zelfs de katers hun neus ervoor ophalen. Ik vond het al niet lekker, maar nu vond ik het helemáál vies!

Met het risico dat mijn katers mij niet meer lief zullen vinden vanwege het soja-ontbijt en in de wetenschap dat ik er zelf ook niet zo vrolijk van zal worden, zet ik toch maar door. Met het vooruitzicht van een mogelijk maatje 36 als ijzersterke motivator!

vrijdag 5 september 2008

Anne en Ed


Ik ga geregeld langs bij Ed. Ed, in goed Frans Uh Dee genoemd (ik hou het zelf liever bij Ed), is een supermarkt. Zoiets als de Aldi, maar dan beter. Geen stapels dozen waar je in moet duiken om je sladressing te zoeken, geen vage merken uit landen waar je nog nooit van gehoord hebt, maar wel een fijn goedkoop huismerk en de ‘echte’ merken voor schappelijke prijsjes. Dat op zich is al reden genoeg om naar Ed te gaan, maar dat is niet de enige reden. Naar Ed ga je niet alleen voor je boodschappen; naar Ed ga je voor de beleving. Elke keer maak ik wel wat mee bij Ed.

Om te beginnen is er het terugkerende ritueel van het regelen van een karretje. Die willen bij Ed nooit los. Het lijkt wel alsof de aan elkaar vastgeketende karren nooit zin hebben om uit rijden te gaan. Ik heb zelfs wel eens mijn Eurootje staan oppoetsen, in de hoop dat dit het karretje zou overtuigen zijn broertje los te laten. Tevergeefs, uiteraard. En dus wandel ik geregeld naar binnen om de bewaker (elke Franse winkel heeft een bewaker) te vragen of hij een karretje los wil trekken voor me. Dat doen ze altijd wel. De laatste keer leverde me dat een karretje op, waar de helft van het andere karretje nog aan zat. Met grote ogen keek ik de gorilla aan die dit op z’n geweten had, maar hij scheen het niet abnormaal te vinden en daar ging ik dus. Met anderhalve kar, door de winkel. I kid you not!

Daarnaast heb ik ook altijd aanspraak bij Ed. Geregeld wordt mij door de wat oudere shoppers gevraagd of ik ze kan vertellen wat voor product ze precies gepakt hebben, wat het kost en wat de houdbaarheidsdatum is. Altijd gezellig om je even met een oudje over de producten van Ed te buigen. Het levert me zelden problemen op. Behalve dan als ze met producten als cacahouètes aan komen zetten. Ik kan ze heus wel vertellen dat het pinda’s zijn, maar potverdomme, wie kan zo’n woord nou fatsoenlijk uitspreken?

Enfin, menselijk contact genoeg bij Ed. Maar ook op de parkeerplaats voor Ed valt het een en ander te beleven. Toiletteren mocht daar tot voor kort gewoon in de buitenlucht en de glasbak in de hoek wordt meer als obstakel gebruikt waartegen je je glas kapot gooit en waarnaast je dus nooit je auto moet parkeren. Hoogtepunt van de Ed-beleving kwam toen ik een aantal weken geleden het terrein op kwam rijden en er een heuse uitgefikte auto stond. Again, I kid you not!

Analfabeten, wildplassers en pyromanen. Ik realiseer me dat het niet bepaald aantrekkelijk klinkt, maar Ed is een verademing naast de grote, dure en onpersoonlijke supers. En de mensen zijn veel aardiger. Gisteren sprak ik bij de kassa van zo’n gigant een man die een wekker kocht. Zo’n mechanische, met twee bellen bovenop. Dertien Euro koste het ding en zuchtend vertelde de man dat hij het veel te duur vond, maar dat hij hem hard nodig had om ’s morgens op tijd op te kunnen staan. Een betoog over de gestegen prijzen en zijn daarom aangepaste voedingspatroon volgde.

Ik had hem de Ed aan moeten raden, bedacht ik me, toen ik weer in mijn autootje zat, onderweg naar huis. Negatieve invloed van de Euro of niet, feit is dat het leven duur is geworden. We moeten dus allemaal naar Ed. Hardstikke gezellig! En terwijl ik met brandend benzinelampje de pomp voorbij reed bad ik tot de god van commercie of hij binnenkort met een Ed-benzinepomp op de proppen zou willen komen.